Het is essentieel om de juiste doorsnede van de elektrische kabel te kiezen om te voldoen aan de geldende elektrische voorschriften. Een doorsnede kan niet willekeurig worden gekozen, vooral om veiligheidsredenen. Er moet een grondige analyse worden uitgevoerd, ongeacht het type mantel. Houd er rekening mee dat doorsneden verschillen tussen AC- en DC-kabels:
- Tussen 50 en 1000 volt voor wisselstroom
- Tussen 120 en 1500 volt voor gelijkstroom
Essentiële criteria voor het selecteren van de kabeldoorsnede
Bepaal de ideale doorsnede voor uw elektrische circuit:
- Kabellengte
- Type circuit
- Maximale stroomonderbreker
- Installatiemethode
Kabeldoorsnede en spanningsverlies
Huizen die zijn aangesloten op het openbare elektriciteitsnet kunnen zich op enige afstand van het aansluitpunt bevinden. Langere kabels resulteren in hogere spanningsverliezen. Over het algemeen wordt aanbevolen om een spanningsverlies van 3% voor verlichting en 5% voor andere installaties niet te overschrijden wanneer de beveiliging en meting zich niet dicht bij de bron bevinden. Boven deze waarden moet de kabel worden aangepast aan de kenmerken van de installatie.
Gebruik van selectietabellen
Elektriciens en doe-het-zelvers kunnen een berekeningstabel gebruiken om de juiste kabeldoorsnede te kiezen op basis van het stroomverbruik of de stroomsterkte en de lengte van de stroomleiding. Dit is vooral handig bij het aansluiten van bijgebouwen op het hoofdgebouw (garage, zomerkeuken, zwembad, enz.). Let op de stroombelastbaarheid van de kabel, afhankelijk van de installatiemethode en het kabeltype.
Installatiemethoden
Voor ondergrondse installatie kunnen kabels rechtstreeks uit de tabel worden geselecteerd. Voor andere installaties moet u rekening houden met de verschillende installatiemethoden voordat u de toelaatbare stroom in de tabel bepaalt. Pas na het bepalen van de ampaciteit een correctiefactor van ongeveer 0,7 toe. Controleer vervolgens of de stroomonderbreker de kabel beschermt tegen kortsluiting.
Typische situaties in huishoudelijke installaties
Typische situaties met maximale beschermingswaarden en minimale doorsneden worden hieronder gegeven:
| Type leiding/circuit | Maximale beveiligingswaarde | Minimale doorsnede |
|---|---|---|
| Verlichting | 16 A max. | 1,5 mm² |
| Enkelvoudige wandcontactdoos | 20 A | 2,5 mm² |
| Gespecialiseerde wandcontactdoos (wasmachine, vaatwasser) | 20 A | 2,5 mm² |
| Stroomvoorziening voor oven, fornuis of kookplaat | 32 A | 6 mm² |
| Waterverwarmer | 20 A voor voeding / 2 A voor bediening | 2,5 mm² voor voeding / 1,5 mm² voor bediening |
| CMV | 2 A (behalve speciale gevallen) | 1,5 mm² |
| Verwarming (wand) | 20 A max. (behalve speciale gevallen) | 1,5 tot 6 mm² afhankelijk van het vermogen |
| Verwarming (vloer) | 32 A max. (behalve speciale gevallen) | 1,5 tot 10 mm² afhankelijk van het vermogen |
| Stroomtoevoer vanaf de meter | 30 tot 90 A max. | 30-60 A stroomonderbreker: 16 mm² / 90 A stroomonderbreker: 25 mm² |
Kleurcodering van elektrische kabels
Denk bij het kiezen van een kabel voor een stopcontact aan deze kleurcodes:
- Aardedraad: groen of geel
- Neutraal: blauw
- Fase: rood, zwart of bruin
- Pendel: paars of oranje (kan nooit groen, geel, blauw, rood, bruin of zwart zijn)
- Pilotdraad (voor elektrische verwarming): als de stroomdraad bruin is, zal deze zwart zijn, of omgekeerd





